BUSREIS ZOUTLEEUW op zaterdag 6 juli 2024

Ja, je leest het goed! Zoutleeuw en niet Opgrimbie. De wandelclub in Opgrimbie is opgehouden te bestaan. Dus zochten we een alternatief en kwamen in Zoutleeuw terecht.
Zoutleeuw is een stad(je) gelegen in het oosten van de provincie Vlaams-Brabant grenzend aan de provincie Limburg. De stad, met deelgemeenten Budingen, Dormaal, Halle-Booienhove, Helen-Bos en Zoutleeuw zelf, telt ruim 8500 inwoners.
Het stadje heeft wel een redelijk bewogen geschiedenis achter de rug. Ooit was het een havenstad aan de Kleine Gete en lag langs de belangrijke handelsweg die, in de 12de eeuw, Keulen met Brugge verbond. Tot in de 15de eeuw werd het “Leeuwse laken” in Maas- en Rijnland en in Engeland en Frankrijk verhandeld. Toen leidde de concurrentie met Engeland tot de neergang van dit Leeuwse Laken.
In 1573 bracht een grote overstroming niet alleen de pest maar ook grote materiële schade mee. In 1677 en in 1701 werd het stadje geplunderd en bezet door de troepen van Lodewijk XIV van Frankrijk. Met de onafhankelijkheid van België (1830) verloor Zoutleeuw zijn stadstitel. Pas in 1985 kreeg de plaats die terug.
Van zijn bewogen verleden getuigen er nu nog heel wat monumenten en bezienswaardigheden.
De Sint-Leonarduskerk, gebouwd tussen de 13de en de 16de eeuw, in gotische stijl waarvan de Sint-Barbaratoren sedert 1999 tot het werelderfgoed van de Unesco behoort.
Het stadhuis (1530) in een stijl tussen laat-gotiek en vroeg renaissance.
Naast het stadhuis is er het “Vleeshuis” (wordt soms ten onrechte Lakenhalle genoemd). Hier huist nu het Toerisme-infokantoor.
De Bethaniênschuur is het enige overblijfsel van het klooster van Bethaniën.
De “Spiegel” of “Spiegelhuis” is een historisch pand op de Grote Markt.
Restanten in het landschap van de Spaanse Citadel dat in de 18de eeuw 20 ha besloeg.
De Onze-Lieve-Vrouw-van-de-Ossenwegkapel (1538) is nu een bedevaartsoord.
Het provinciaal domein “Het Vinne” is een uitgestrekt natuurdomein (130 ha groot) met een heel rijk gevarieerd aanbod van fauna en flora. Het meer, het grootste natuurlijk meer in Vlaanderen, ontstond door het uitsteken van turf.
Wandelclub “Halewijn” stelt ons volgende afstanden voor om deze streek te verkennen: 4 – 6 – 12 en 20 km.
De 4 km bewandelt goed begaanbare paden. Zij blijven vooral in en rond het oude middeleeuwse stadje en verkennen de voornaamste historische gebouwen. Ook de boorden van de Kleine Gete, waar ooit de meest binnenlands gelegen haven was, worden aangedaan.
De 6 km verkent ook de binnenstad maar doet nog een ommetje langs de Kleine Gete en de oude toegangspoort tot de stad.
De wandelaars van de 12 km kiezen onmiddellijk de richting van “Het Vinne”, met zijn rijke fauna en flora, een pareltje aan de Leeuwse kroon.
De 20 km volgt de 12 km maar maakt van af de rustpost een bijkomende lus door de velden en de laagstamplantages die hen o.a. voorbij het kasteel van Duras, een deelgemeente van Sint-Truiden, brengt.
Om deze streek te verkennen vertrekken we om ter hoogte van de Topsporthal langs de Watersportbaan en even later te Gentbrugge onder de fly-over.